Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gij zult [64]bij dezelve niet gevoegd worden in de begrafenis; want gij hebt [65]uw land verdorven, [en] uw volk gedood; het [66]zaad der [67]boosdoeners zal [68]in der eeuwigheid [69]niet genoemd worden. 64. Te weten bij de andere koningen der heidenen, gelijk vs.18. Dat is, gij zult met zulke eer en pracht niet begraven worden, gelijk zij zijn begraven geweest. 65. Te weten uw eigen land en uw eigen volk. 65. uw volk Te weten uw eigen land en uw eigen volk. 66. Dat is de kinderen, of het geslacht. 67. Hoedanig geweest is Belsazar en andere voorouders van dezen koning. Of, der boosdoeners; dat is, uw zaad; versta hierbij: maar het zal uitgeroeid worden. 68. Dat is, niet altoos. 69. Dat is, niet gedacht worden, te weten ter ere, of met prijs en roem, maar met verachtzaamheid en met smaad en met oneer.